De profeet Salih

De mensen van Thamoed waren rijk en hun land was heel vruchtbaar. Maar ze aanbaden afgodsbeelden. Daarom stuurde Allah de profeet Salih naar Thamoed.

Hij zij: Vrienden aanbid alleen Allah, Er is geen god dan Allah, De mensen riepen boos: We kennen jouw god helemaal niet. Deze beelden zijn onze goden.

 Hoe wil je bewijzen dat jouw Allah bestaat? De profeet Salih vroeg aan Allah een teken van zijn Macht te geven, zodat de Thamoed in Allah zouden geloven. Allah zei, dat hij naar de heuvel moest kijken, daar zou een kameel aan komen.

Toen gebeurde er een wonder. De heuvel splitste in tweeën en er kwam er een kameel uit. De profeet Salih zei tegen Thamoed: Kijk daar heb je een kameel van Allah. Laat hem met rust, want anders word Allah boos. Sommigen geloofden hem nu wel, maar anderen niet. Op een nacht doodden ze de kameel en zeiden tegen de profeet Salih: De kameel is nu dood. Laat de straf van jou god nu maar komen!

De profeet was vreselijk kwaad en zij: jullie moeten binnen drie dagen aan Allah vragen of Hij jullie vergeeft, anders zal je zien wat er gebeurd! Toen ze de volgende morgen wakker werden, keken ze elkaar vreemd aan. Zien we er niet anders uit?, zeiden ze, onze gezichten zijn helemaal geel geworden. Op de tweede dag waren hun gezichten helemaal rood. Op de derde dag schrokken ze zich dood!

 Hun gezichten waren helemaal zwart! Op de vierde dag brak er een vreselijke storm los. Midden in de nacht viel er een regen van stenen, De mensen van de Thamoed konden de staf van Allah niet ontkomen en waren dood. Alleen de profeet Salih en zijn volgelingen bleven leven. Allah had hun gered